Tom en Mirjam logeren samen met Snuf een week bij hun oom Hans en neef Jaap. Ze hebben gehoord dat vlakbij de boerderij een spookslot is. De legende vertelt dat in de Middeleeuwen een zekere ridder Bertram verliefd werd op jonkvrouw Ada, die op haar beurt een oogje had op de staljongen, waarna ridder Bertram op verschrikkelijke wijze wraak nam. Sindsdien zou het spoken in het bos rond het kasteel. In de buurt blijkt een bende smokkelaars actief waar rechercheur Karninkhof tevergeefs jacht op maakt. Als Tom iemand in het spookslot ziet lijkt niemand hem te geloven. Daar komt nog bij dat zijn neef Jaap wel erg veel belangstelling heeft voor Mirjam. Jaloezie drijft een wig tussen de twee jongens, ze krijgen zelfs ruzie. Als Tom daarna in zijn eentje, natuurlijk wel met Snuf, op onderzoek uitgaat, vindt Snuf een spoor. Een spoor dat leidt naar een geheime gang... en naar de smokkelaars.