Kort na de oorlog zette de Nederlandse Hervormde Kerk maatschappelijke organisaties van protestantse origine 'vrijwel in de vergifkast'. De organisaties reageerden gelaten. Hoe moet dat verklaard worden?
In de historische beeldvorming over naoorlogs Nederland krijgen religieuze organisaties regelmatig een passieve rol toebedeeld, alsof secularisatie en ontzuiling hen vanaf de 'revolutionaire jaren zestig' overkwamen. Dit boek vraagt daarom aandacht voor de actieve rol die religieuze organisaties in de eerste twee decennia na de oorlog speelden. Hoe reageerden protestantse organisaties uit diverse sectoren op het nieuw maatschappelijk engagement van de kerken en hoe wisten zij kerken en theologen al dan niet te betrekken bij de bezinning op hun plaats in de samenleving? Door de gekozen invalshoek en het verwerken van recent onderzoek werpt dit boek nieuw licht op het protestantisme in de jaren 1950.