Het leven van de moeder van keizer Constantijn de Grote
Helena maakte in de eerste helft van de vierde
eeuw een pelgrimsreis naar Judea. Daar vond zij
het kruis en andere tastbare herinneringen aan
het leven van Christus. Zij is in vele geloven heilig
verklaard en was gedurende vele eeuwen voor
alle christenen een van de belangrijkste heiligen.
Wie was deze bijzondere vrouw en waarom kon zij
doen wat zij heeft gedaan?
Rond het jaar 290 werd Helena door haar man verlaten. Met haar enig kind, Constantijn, werd zij verbannen. Dat zij, als alleenstaande vrouw, met hem wist te overleven was op zich al opmerkelijk. Dat hij, haar zoon, de grote en machtige keizer zou worden, die de christenen vrijheid bracht en zelfs uiteindelijk het christelijk geloof tot het officiële geloof in het Romeinse Rijk zou maken, is zeer bijzonder. Haar bijdrage daarin is goed te
onderscheiden. Wat zij heeft gedaan reikte veel verder dan alleen haar pelgrimage naar Judea. In deze roman wordt, vanuit haar perspectief, beschreven wat er is gebeurd en wat daarin haar rol is geweest.
De schrijver heeft uitgebreid onderzoek naar het leven van Helena gedaan. Ook heeft hij vele van de belangrijke gebouwen waaraan haar naam is verbonden bezocht.
De bekendste daarvan zijn de Sint Pieter en de Sint Jan-van-Lateranen basilieken in Rome, de Heilige Graf kerk in Jeruzalem en de Geboortekerk in Betlehem. De pelgrimage van Helena is zijn debuutroman.