Het is opvallend dat er meer geschreven is over Jozef dan over zijn broer Juda. Toch is Juda een belangrijke sleutelfiguur in de heilsgeschiedenis. Van hem heeft Jakob gezegd: 'Juda, gij zijt het.' De lijn van Abraham loopt via Juda naar Christus.
Het is duidelijk dat Juda de Christus niet was. Hij was een zondig mensenkind, en wordt in deze overdenkingen dan ook getekend in zijn pure goddeloosheid. Tegen die zwarte achtergrond gaat Gods genade schitteren in zijn leven. Hij mag zelfs een type zijn van de Heere Jezus. Dwars door alle zonden heen, bereikt de Heere Zijn doel, enkel uit welbehagen. Uiteindelijk wordt uit Juda de Christus geboren, de Leeuw uit de stam van Juda.
Er liggen in deze overdenkingen rijke lessen, ook voor het persoonlijke leven. Voortdurend wordt heengewezen naar de meerdere Juda, Die de strijd gestreden en overwonnen heeft, en Die van goddelozen Godlovers maakt.
Ds. A. Schot is predikant van de gereformeerde gemeente in Nunspeet.
