Slaagden we voor de test van Hitler in november 1938?
Nadat in de Kristallnacht alle synagogen in brand waren gestoken, keek Hitler naar de reacties in het buitenland. De krantenkoppen logen er niet om maar de regeringen van de vrije landen zwegen. Ons kabinet Colijn hield de grenzen dicht; slechts 2.000 vluchtelingen mochten komen in een kamp dat in 1939 in Westerbork voor hen werd gebouwd. Hitler wist genoeg. Zijn plannen met het Joodse volk zouden geen grote tegenstand krijgen. Eigenlijk was dat ook al duidelijk bij de invoering van de rassenwetten van Neurenberg in 1936. Onze regering durfde na een Kamervraag zelfs niet uit te spreken dat die wetten immoreel waren.
Het laatste deel van dit boek laat zien hoeveel moeite we in Nederland hebben met het herdenken van de Kristallnacht en met ons aandeel in Kamp Westerbork. Gelukkig zijn er ook ontroerend mooie geschiedenissen in dit boek zoals van burgemeester Verbeek van Dinxperlo. Of Zwartendijk die als viceconsul in één week 2.345 visa voor Curaçao maakte voor Joden. Of Truus Wijsmüller die na de Kristallnacht in Wenen bij Eichmann toestemming loskreeg voor één van de grootste reddingsacties.